Schansenoorlog rond Steenwijk in kaart gebracht

Steenwijk 25-02-2019
Na 440 jaar zijn de schansen tijdens de belegering en ontzet van 1580/1581 rondom de oude binnenstad van Steenwijk in kaart gebracht.
Liesbeth Hermans van de Historische Vereniging Steenwijk e.o. heeft de schansenkaart tijdens de viering van het Steenwijks Ontzet afgelopen zaterdagavond 23 februari 2019 in de Kleine Kerk gepresenteerd.

schansenkaart steenwijk

De Tachtigjarige Oorlog is in volle gang en Steenwijk ontkomt niet aan gevechten en belegering. Het is de poort naar het noorden. Twee legers komen naar de Steenwijk om de stad in te nemen. Johan van den Kornpunt werkt in opdracht van de Staten Generaal van de Lage Landen. Het lukt hem om binnen te komen de poorten gaan dicht. Liesbeth Hermans: ‘Net op tijd, want namens de Spaanse koning staan de mannen van de Spaansgezinde Rennenberg aan de poort.’

Samen met Joop van der Tuin, Hendrik Grooters en Wiebe Blauw zocht Liesbeth de schansen. ‘Waar lagen ze? Hoeveel waren er en waar waren ze van gemaakt? Is er nog iets te zien of kunnen we ze nog zichtbaar maken?’

Compleet dorp

De manschappen van Rennenberg verschansen zich op de Steenwijker Kamp. ‘Met 6.000 mannen en vrouwen. Dat betekent duizenden tentachtige huisjes. Het werd een compleet dorp, met winkeltjes, prostituees.’ Rennenberg omsingelt de stad met schansen en wacht tot de Steenwijkers zich overgeven of doodgehongerd zijn. Maar zover laat Johan van den Kornput het niet komen. ‘Uit alle macht probeert hij de opgesloten stad openingen te geven. Om naar buiten te kunnen, om contact te krijgen met de bevrijder, om voedsel en munitie te halen.’

Bedekt weggetje

‘Hij laat aan de buitenzijde van de grachten rondom een bedekte weg graven, een soort beschermende wal zodat de vijanden niets zien. Zo konden de Steenwijkers uit de Oosterpoort sluipen, over het bedekte weggetje naar een schans kruipen en dan vliegensvlug de koppen van de nietsvermoedende vijand inslaan. Of voedsel stelen of kanonnen onbruikbaar maken. Dit soort acties gaf de burgers moed en zorgde ervoor dat de Spaanse huurlingen in hun koude schansjes gedemoraliseerd raakten.’

Van mest en biertonnen

Joop van der Tuin deed metingen aan de hand en berekeningen van de oude kaarten en bewijzen (musketkogels) gevonden door de werkgroep archeologie. Hoe zagen die schansen er uit? ‘De Spanjaarden vlochten van wilgentenen schuttingen, versterkten dat met aarden wallen. Toen het in die winter ging vriezen, was spitwerk in de grond niet meer mogelijk. Toen werden schansen gemaakt van mest, mestkarren of biertonnen.’

Waren de eerste schansen op de Steenwijker Kamp, een paar maanden later was Steenwijk omsingeld. Er lagen schansen bij de voormalige molen aan de Prins Bernhardstraat/Oostwijkstraat (achter de Ford-garage), bij de Onnapoort, bij Hoeve Lama bij Zuidveen, op de hoek Gasthuislaan/Lijsterbesstraat (waar Rennenberg in een bestaande boerderij verbleef), bij park Rams Woerthe, bij de Dolderbrug (Kapelleschans) en zelfs de Productieweg (Dyka) en Eesveenseweg bij de joodse begraafplaats/Agrifac (het Kraaiennest).

Tuk’s T-huis

Maar de toekomstige bevrijders, (het Staatse leger onder leiding van Norrits), arriveerden en bouwden aan de noordkant schansen (Woldmeenthe), Norrits bivakkeerde in boerderij op de Woldberg, waar nu Tuk’s T-huis is.

Ontzet!

Cruciaal is het Prinsenpoortje, bij de huidige bioscoop, die Van den Kornput heeft laten maken. Hierdoor konden de Steenwijkers op de plek van Nijenstede een schans bouwen voor hun Veldleger. De Aa stroomde hier en de Steenwijkers legden een noodbrug aan van wat ladders en mestwagens. Liesbeth Hermans: ‘Zo ontstond er een verbinding tussen de Steenwijkers en Norrits. Zelfs munitie, brood en kazen vinden hun weg naar de stad. Als de soldaten van Rennenberg dat zien en het ook nog gaat dooien, staken ze de strijd.’ Steenwijk is ontzet!

Steenwijk was na Alkmaar en Leiden de derde stad die in opstand durfde te komen tegen de Spaanse koning en het beleg volhield.

De Staat trok 60.000 guldens (destijds een vermogen) uit om drie dagen feest te vieren. Echter velen konden er niet van genieten. De pest was uitgebroken en na vier maanden hadden 2300 van de 2500 Steenwijkers het beleg niet overleefd.

Zichtbaar

Nu de schansen in kaart zijn gebracht, wil de Historische Vereniging hier meer mee doen. Wiebe Blauw: ‘Wat zou het mooi zijn als we van die Schansenoorlog uit de Tachtigjarige Oorlog nog iets zichtbaar kunnen maken. Er zijn verhalen genoeg.’ Ook denkt de vereniging aan een wandelroute langs de schansen.

Alle aanwezigen tijdens de presentatie kregen een kaart met daarop de schansen overhandigd.

Bron: Steenwijker Courant