Het ontzet

Geschiedenis

In 1581 ligt het Spaanse leger voor de wallen van Steenwijk en bestookt de stad. Die verdedigt zich manhaftig onder leiding van Johan van den Kornput. En met succes! Na vier maanden geven de vijandige troepen hun beleg op en druipen af. De inwoners zijn uitzinnig van vreugde en vieren groots feest. Daarna is het enkele eeuwen stil rondom de heldhaftige prestatie. In de negentiende eeuw besluit men dat deze mijlpaal in de geschiedenis van Steenwijk de nodige aandacht verdient. Er worden diverse herdenkingsfeesten georganiseerd.

Ontzet 1581

Als de troepen van George van Lalaing, beter bekend als de graaf van Rennenberg, op maandag 23 februari 1581 de aftocht hebben geblazen, heerst er in Steenwijk grote opluchting. Dat is goed voor te stellen. Belegerd worden in de koude wintermaanden moet beslist geen pretje zijn geweest! Zigher ter Steghe, destijds de stadssecretaris, beschrijft hoe uitgelaten de Steenwijkers waren, omdat Johan van den Kornput met zijn compagnie soldaten van de Staten van Overijssel de vijand buiten de poorten had weten te houden:‘… borgeren, mannen ende wijven, en kinderen, jongh en oud, [waren] met zulke blijdschap bevangen, datter velen nakend de strate op kwamen loopen, schreiende van blijdschap, vallende op heur knieën met dankzegging tot God voor de heerlijke Verlossing.’

De dag erna is er groot feest, met voedsel en drank in overvloed. Johan van den Kornput heeft zelf een boekje over de gebeurtenissen geschreven, onder het pseudoniem ‘Reinico Fresinga’. Daarin vermeldt hij onder andere dat vanuit omliggende provinciën en steden allerlei proviand Steenwijk werd binnengebracht. Ook halen burgers kaas, boter, spek, koren en andere etenswaren tevoorschijn die ze tijdens de belegering in hooi en tonnen hebben verstopt. Iedereen komt samen in de stad om te eten en drinken; van burgers en soldaten tot bevelhebbers uit het Staatse leger. Het schijnt zelfs een beetje uit de hand zijn gelopen. Stadssecretaris Ter Steghe: [er is] zulk een dronkenschap en ongerechtigheid gebeurd, dat de Stad met al het volk ligtelijk te overvallen ware geweest.’

Ontzet 1592

Helaas duurt de feestvreugde niet lang. Anderhalf jaar later, op 17 november 1582, wordt de stad alsnog ingenomen door de Spanjaarden. Dat gaat gemakkelijk, want een groot gedeelte van de inwoners is intussen gestorven aan de pest en andere ziektes.
In 1592 werd de stad definitief bevrijd door prins Maurits en graaf Willem Lodewijk, stadhouder van Friesland.

Vieringen van het Steenwijks ontzet in het verleden

 

1881

In de negentiende eeuw ontstaat er weer volop aandacht voor het ontzet van Steenwijk, met als eerste een herdenkingsfeest in 1881. In 1880 schrijft de ‘Vereniging tot het geven van Volksvermaken’ aan het gemeentebestuur: ‘dat ondergeteekenden vernomen hebben dat in den boezem der bevolking onzer goede stad het verlangen is levendig geworden, het evengemelde glorieuse feit ontzet van Steenwijk driehonderd jaar eerder feestelijk te herdenken, aan welk verlangen huns inziens moet worden gevolg gegeven’.
De gemeente gaat akkoord met een subsidieverzoek en geeft 400 gulden. Op 23 februari 1881 is het zover. De binnenstad is met groen en bloemen versierd en er wordt een ‘tropee’ (een overwinningsteken) voor Johan van den Kornput naast het gemeentehuis op de Markt geplaatst. Er vindt daar een parade van de schutterij plaats en een optocht van burgers in historische kostuums. De optocht wordt ’s avonds bij fakkellicht herhaald. Dan is er ook een voorstelling met ‘tableaux vivants’. Bij de bode van de gemeente kan men voor tien cent toegangskaartjes kopen inclusief een glas bier, kop koffie of beker chocolademelk. De festiviteiten in 1881 zijn vermoedelijk druk bezocht. en verslaggever van de Steenwijker Courant destijds: ‘Hebt gij de markt ooit zo vol gezien? Alle ramen waren bezet, sommige zelfs open, en dat op 23 februari! En welk een ademlooze stilte onder de duizenden op het marktplein. Het was of allen dachten: zoiets moois heb ik nog nooit aanschouwd’.

1892

In 1582 werd Steenwijk tóch nog ingenomen. Pas tien jaar later wist een leger onder leiding van prins Maurits de Spanjaarden er voorgoed uit te gooien. Ook déze bevrijding is in het verleden herdacht, voor het eerst in 1892. De bestuursleden van de Vereniging tot het geven van Volksvermaken vragen dan van de gemeente opnieuw een bedrag van  400 gulden als tegemoetkoming in de kosten. De vorige keer vonden ze dat niet te hoog en dit nieuwe feest is volgens hen nog veel belangrijker. In een raming stellen de initiatiefnemers de totale kosten op 1450 gulden, ‘zodat we zonder de gevraagde subsidie ad f 400,- al zeer moeilijk zouden kunnen besluiten tot organiseering der voorgenomen feestviering’. Het college van 1892 honoreert het verzoek en ook burgers dragen bij door middel van collectes.

Op 5 juli 1892 rijden om half 8 ’s ochtends herauten (boodschappers) door de stad om een oorkonde van prins Maurits voor te lezen, onder begeleiding van een trompetter en twee trommelslagers. Later op de dag krijgt de bevolking op de Markt een feestconcert aangeboden en een demonstratie van de schutterij. Ook trekt er een optocht rond met honderd personen in historische kostuums.
De dag erna, 6 juli, zijn er spelletjes op de Markt, zoals hollen over een draaiende rol, rennen door een tourniquet, sprietlopen en ‘vlugklimmen’ in een mast.

Spelletjes op de Markt in 1892.
Bron: Gemeentearchief Steenwijkerland

1931

In 1931 wordt de herdenking op grootse wijze aangepakt. Op 2 september rijden er ’s ochtends herauten door de stad, net zoals in 1892. Klokken luiden het feest in. Om 9.30 uur zal Johannes Theodoor de Visser, predikant en oud-minister van Onderwijs, een herdenkingsrede uitspreken. Volgens verslaggevers stromen de wegen richting Steenwijk al vroeg vol: ‘tegen 9 uur was het in onze hoofdstraten voor iemand die haast had, niet meer te wezen en langs de verkeerswegen welke naar de oude veste leiden, stroomden de rijwielen en groote rijtuigen van hen die zich opmaakten om te half tien in de Groote Kerk te zijn’.
Daarna wordt op de Markt een herdenkingsplaquette onthuld die is gemaakt door de kunstenaar Jan Fresemann Tromp Meesters. Die wandplaat is nu nóg te zien aan de gevel van restaurant ‘De Rechter’. Ze beeldt het beleg door Rennenberg uit.
viering steenwijks ontzet 1931
Na de onthulling zingen schoolkinderen op de Markt het Wilhelmus en andere vaderlandslievende liederen. Vervolgens moeten alle feestvierders gaan lunchen, wat nog niet zo gemakkelijk is volgens verslaggevers: ‘De vele vreemdelingen vullen in een oogwenk alle cafés, lunchrooms en verdere, geïmproviseerde eetgelegenheden. Steenwijk is stampvol’.

‘s Middags is er een openluchtspel en de volgende dag verzamelen driehonderd deelnemers zich onder grote publieke belangstelling op de Markt voor een optocht in historische kleding. In de binnenstad zijn stadspoorten ‘waarheidsgetrouw’ nagebouwd, massief en zonder franje: ‘die oude poorten bij de stadsingangen doen het bijzonder goed. En welk een fijnzinnige gedachte, om aan deze bouwwerken geen versiering toe te kennen! Strak en onbewogen staan ze er, als vroeger, den vijand ter dreiging, den burger van binnen tot schut’
De kostuums zien er bijzonder professioneel uit. Voor een deel zijn ze de vorige middag al gedragen bij het openluchtspel ‘Houd Steenwijk’ in park Rams Woerthe, waarbij het beleg is nagespeeld. De auteur van de tekst is Anthonij Willem Kamp, advocaat in Steenwijk en Den Haag. Schrijven is Kamps grote passie, hij heeft onder andere (tussen 1913 en 1935) vijf grote teksten geschreven voor toneelspelen over Steenwijks historie.
Hij speelt zelf ook mee, uiteraard in een niet te bescheiden rol: die van Johan van den Kornput. Een verslaggever beschrijft hem als: ‘een echte hopmansfiguur, alsof hij zóó in levenden lijve van een der schuttersstukken van Frans Hals uit de lijst was gestapt’.

Er komen tussen drie- en vierduizend mensen af op ‘Houd Steenwijk’; alle kaartjes zijn te voren al uitverkocht. Een plek op de voorste rang kost fl. 3,-, een staanplaats fl. 1,25. Overigens is het wel een lange zit: de voorstelling duurt vier uur! Maar volgens de kranten uit die tijd is er volop actie en blijft het publiek tot aan het eind geboeid. Het openluchtspel wordt dan ook erg goed ontvangen; zelfs de landelijke pers besteedt er uitgebreid aandacht aan.

Halverwege de middag arriveert Prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina. Baron van Voorst tot Voorst, Commissaris van de Koningin in Overijssel, vergezelt hem. Het volk ontvangt de prins met luid applaus en het Wilhelmus wordt aangeheven. Volgens verslaggevers geniet de prins zichtbaar van het stuk; hij zou zijn complimenten hebben overgebracht aan Anthonij Willem Kamp.

Om ongeveer 18.00 uur is het geheel afgelopen, maar velen blijven daarna nog in Rams Woerthe om van een plekje verzekerd te zijn voor het concert dat daar ’s avonds plaats zal vinden met aansluitend vuurwerk. Anderen gaan een hapje eten in de stad. Daar schijnt het zó druk te zijn geweest, dat er gevochten is om stoelen.

1981

In 1981 is het ontzet vierhonderd jaar geleden. Men besluit er een groot feest van te maken, vanaf 30 april (Koninginnedag) maar liefst tien dagen lang! De stadspoorten worden opnieuw nagebouwd, deze keer op initiatief van de carnavalsvereniging. Voor de technische uitvoering van de klus bieden leerlingen van de LTS zich aan. Het programma is heel divers. Vooral buurtverenigingen spannen zich in om activiteiten te organiseren, zoals een natuurfietstocht, een pasar malam en een optreden van BZN. De monumentenroute van de ANWB wordt officieel in gebruik genomen, een speciale grammofoonplaat met oude Steenwijker liedjes komt uit en er is een ontzetpenning te koop met de beeltenis van Johan van den Kornput. De gemeente biedt scholieren in villa Rams Woerthe een boekje aan waarmee ook zij kunnen leren wat er zich in het (inmiddels verre) verleden in Steenwijk heeft afgespeeld. Een groot vuurwerk aan de Vendelweg vormt op 9 mei de afsluiting van het imposante gedenkfeest.

2016 – nu

In 2016 besluiten Liesbeth Hermans van de Historische Vereniging Steenwijk e.o. en Wiebe Blauw van de Vereniging Bewoners Centrum Steenwijk dat de ontzetten van Steenwijk het verdienen om jaarlijks herdacht te worden. Op vrijdag 24 februari 2016 gebeurt dat voor het eerst met een bijeenkomst in de Kleine Kerk, een fakkeloptocht over de wallen, het uitdelen van een broodje worst, het uitspreken van de proclamatie ‘Steenwijk is vrij’ en een afsluitende vuurwerk. Op 4 juli 2018 wordt de Stichting Steenwijks Ontzet opgericht, om zo jaarlijks recht te doen aan de bijzondere historische gebeurtenissen die zich in Steenwijk hebben afgespeeld.

Viering 23 februari 2017

Viering 23 februari 2018

Bronnen:

– A.Smit, Uit Steenwijks verleden (Steenwijk 1931).
– J.P.J. Postema, ‘Johan van den Corput (1542-1611), schrijver van Fresinga’s ‘Memorien’ in: Low Countries Historical Review 3 (1986) 387-399.
– Reinico Fresinga, Memorien van den gedenckwerdigen dingen, dier in den Nederlandischen provincien van Frieslant, Overyssel, Drenthe, Grueningen ende Lingen, met heuren bijliggenden frontieren, geschiet sijn (Deventer 1584, tweede druk 1722).
– Gemeentearchief Steenwijkerland; toegangen Gemeente Steenwijk (1814-1909, 1928-1972 en 1973-1990), toegang Collectie bijzondere werken en toegang Kranten- en tijdschriften archief Boom.

Het complete artikel over de feestvieringen in het verleden is te lezen in: Old Steenwiek. Historische mededelingen uit Stad en Wold 1 (2018)